Sub ConcatenateText ()
Schemerige lastRow zoals lang
Schemerige lastCol zoals lang
Schemerige tempLastRow zoals lang
Schemerige I als lang 'Rijen van de Toename
Schemerig p als lang 'Kolommen van de Toename
Schemerige conValue als Koord
Schemerige conSheet als Koord 'schakelt de Naam van het Blad aaneen
Schemerige destSheet Naam van het Blad van de Bestemming als van Koord de '
destSheet = „Sheet1“
conSheet = „surveyText“
lastRow = Bladen (conSheet). Waaier („A“ & Rows.Count). Eind (xlUp). Rij
lastCol = Bladen (conSheet). Waaier (Columns.Count & „: 1“). Eind (xlToRight). Kolom
Voor I = 2 aan lastRow
Voor p = 2 aan lastColStap 2
conValue = conValue & „ | “ & Bladen (conSheet). Cellen (I, p). Waarde
Daarna
tempLastRow = Bladen (destSheet). Waaier („A“ & Rows.Count). Eind (xlUp). Rij + 1
Bladen (destSheet). Cellen (tempLastRow, 1). Waarde = Juist (conValue, Len (conValue) - 3)
conValue = ""
Volgende I
Gedaane MsgBox „!“
Sub van het eind
|