In deze verklaringen:
Set bovenkant = Kolommen („D: D“). Vind (wat: = [E2], na: =Cells (4, 4), LookIn: =xlValues)
Set btm = Kolommen („D: D“). Vind (wat: = [F2], na: =Cells (4, 4), LookIn: =xlValues)
How ik tweede wijzig in feite te zeggen:
Set bovenkant = Kolommen („D: D“). Vind (wat: = [Om het even welke waarde > [F2] EN < [G2] na: =Cells (4, 4), LookIn: =xlValues)
Set btm = Kolommen („D: D“). Vind (wat: = [F2], na: =Cells (4, 4), LookIn: =xlValues)