1:
2:
3:
4:
5:
6:
7:
8:
9:
10:
11:
12:
13:
14:
15:
16:
17:
18:
19:
20:
21:
22:
23:
24:
25:
26:
27:
28:
29:
30:
31:
32:
33:
34:
35:
36:
37:
38:
39:
40:
41:
42:
43:
44:
45:
46:
47:
48:
49:
50:
51:
52:
53:
54:
55:
56:
57:
58:
59:
60:
61:
62:
63:
64:
65:
66:
67:
68:
69:
70:
71:
|
" codeBody "
expliciete Option
Sub CompileData ()
Schemerige rngToCompile als Waaier
Schemerige rngArea als Waaier
Schemerige I zoals lang
Schemerige wksName als Koord
Schemerig r zoals lang
Schemerige MySheets
Schemerige wksCompile als Aantekenvel
Schemerige rCell als Waaier
Vastgestelde wksCompile = Aantekenvellen („Compilatie“)
MySheets = Serie („CH1“, „Ch2“, „CH3“, „ch4“, „CH5“, „CH6“, „CH7“, „CH8“, „CH9“, „CH10“, „CH11“, „CH12“) '< past hier bladnamen aan
Application.ScreenUpdating = 0
Voor I = LBound (MySheets) aan UBound (MySheets)
Met Bladen (CStr (MySheets (I)))
Op Fout hervat daarna
Plaats rngToCompile =. Kolommen (2) .SpecialCells (2, 1)
Op Fout GoTo 0
Als niet rngToCompile is dan niets
Voor Elke rngArea in rngToCompile.Areas
Als Len (rngArea.Cells (1). Compensatie (- 1, 1)) Dan
wksName = rngArea.Cells (1). Compensatie (- 1, 1)
Anders
wksName = rngArea.Cells (1). Compensatie (- 1, -1)
Eind als
Voor Elke rCell in rngArea
Als ISEXIST (Bladen (CStr (Versiering (wksName))).UsedRange.Columns („a: B“). Waarde, MySheets (I) &“; „& CLng (rCell.Value)) Dan GoTo Nxt
Daarna
rngArea.Offset (, -1). Resize (, 3). Exemplaar
Met Bladen (CStr (Versiering (wksName)))
r =. Waaier („a“ &. Rows.Count). Eind (xlUp). Compensatie (1). Rij
. Waaier („a“ & r) .PasteSpecial -4104
. Waaier („a“ & r). Resize (rngArea.Rows.Count). Waarde = MySheets (I)
Eind met
Met Bladen („Compilatie“)
r =. Waaier („a“ &. Rows.Count). Eind (xlUp). Compensatie (1). Rij
. Waaier („a“ & r). Waarde = MySheets (I)
. Waaier („a“ & r). Compensatie (1) .PasteSpecial -4104
Eind met
Nxt:
Daarna
Vastgestelde rngToCompile = niets
Eind als
Eind met
Daarna
Xit:
Vastgestelde wksCompile = niets
Vastgestelde rngToCompile = niets
Met Toepassing
.ScreenUpdating = 1
.CutCopyMode = 0
Eind met
Sub van het eind
Functie ISEXIST (varData ByRef als Variant, ByVal strConcated als Koord) zoals Van Boole
Schemerige strConcat als Koord, I zoals lang
ISEXIST = Vals
Voor I = 1 aan UBound (varData, 1)
Op Fout hervat daarna
strConcat = varData (I, 1) & „; “ & CLng (varData (I, 2))
Op Fout GoTo 0
Als LCase$ (strConcat) = LCase$ (strConcated) Dan
ISEXIST = Waar
De Functie van de uitgang
Eind als
Daarna
De Functie van het eind
|