strSourceFile Const = „computers.txt“
strDestFile Const = „output.csv“
Const ForReading = 1
Reeks objFSO = CreateObject („Scripting.FileSystemObject“)
Vastgestelde objSourceFile = strSourceFile objFSO.OpenTextFile (, ForReading)
Vastgestelde objDestFile = objFSO.CreateTextFile (strDestFile, Waar)
objDestFile.WriteLine """ Computername "", de Markering "", de Naam """ van de Dienst "" van de Gebruiker ""
Doe terwijl niet objSourceFile.AtEndOfStream
strComputer = objSourceFile.ReadLine
Als (strComputer) dan pingel
objDestFile.WriteLine """" & strComputer & """, """ & GetSerial (strComputer) & """, """ & GetUsername (strComputer) & """"
Eind als
Lijn
objDestFile.Close
msgbox „gedaan!“
Functie GetSerial (strComputer)
Vastgestelde objWMIService = GetObject („winmgmts: “ _
& „{impersonationLevel=impersonate}! \ \“ & strComputer & „\ wortel \ cimv2“)
'Plaats colSMBIOS = objWMIService.ExecQuery („selecteer * uit Win32_SystemEnclosure“)
Plaats colSMBIOS = objWMIService.ExecQuery („selecteer * uit Win32_BIOS“)
'GetSerial = ""
Voor Elke objSMBIOS in colSMBIOS
'GetSerial = objSMBIOS.SerialNumber
GetSerial = objSMBIOS.SerialNumber
Uitgang voor
Daarna
De Functie van het eind
Functie GetUsername (strComputer)
Vastgestelde objWMIService = GetObject („winmgmts: “ _
& „{impersonationLevel=impersonate}! \ \“ & strComputer & „\ wortel \ cimv2“)
Reeks colComputer = objWMIService.ExecQuery _
(„Uitgezochte Gebruikersbenaming van Win32_ComputerSystem“)
'GetSerial = ""
Voor Elke objComputer in colComputer
GetUsername = objComputer.Username
Uitgang voor
Daarna
De Functie van het eind
De functie pingelt (strComputer)
Het schemerige objPing, objStatus
Het vastgestelde objPing = GetObject („winmgmts: {impersonationLevel=impersonate}“). _
ExecQuery („UITGEZOCHTE Replysize VAN Win32_PingStatus WAAR adres = „“ & strComputer & „“ „)
Pingel = Vals
Voor Elke objStatus in het objPing
Als niet IsNull (objStatus.ReplySize) dan = Waar pingelt
Daarna
De Functie van het eind
|